Afdrukken van etiketten
Gebruik uitsluitend etiketten die worden aanbevolen voor gebruik in
laserprinters. Zorg dat de etiketten aan de juiste specificaties voldoen
(zie “Etiketten” op pagina 214).
Ga als volgt te werk:
●
Druk een stapel van 50 etiketten af vanuit lade 1 of een stapel
van 50 tot 100 etiketten vanuit andere laden.
●
Laad etiketten in lade 1 met de afdrukzijde naar boven en de
bovenste, korte rand naar de printer toe. Laad voor alle andere
laden het papier met de afdrukzijde naar beneden en de
bovenkant naar u toegekeerd.
●
Probeer de achter-uitvoerbak te openen om omkrullen en
andere problemen te voorkomen (zie “Afdrukken naar de
achter-uitvoerbak” op pagina 47).
DU
Afdrukken op speciaal papier 65
Vermijd het volgende:
●
Vul de laden nooit helemaal, want etiketten zijn zwaarder
dan papier.
●
Gebruik geen etiketten die los kunnen raken van het grondpapier
of al gedeeltelijk los zitten, en ook geen gekreukte of
beschadigde etiketten.
●
Gebruik geen etiketten die met tussenruimten op het grondpapier
zijn aangebracht. De etiketten moeten het grondpapier geheel
bedekken, zonder enige tussenruimte.
●
Voer een vel etiketten niet vaker dan één keer door de printer.
De klevende achterzijde is zo ontworpen dat deze slechts één
maal door de printer gevoerd kan worden.
●
Etiketten niet aan beide zijden bedrukken.
●
Maak geen afdrukken op vellen met verwijderde etiketten.
VOORZ.
Om de printer niet te beschadigen, dient u deze aanwijzingen
zorgvuldig in acht te nemen.
66
Hoofdstuk 2 - Afdruktaken
DU